woensdag 2 maart 2011

Cartagena-San Blas eilanden en Colon




we lazen het in verschillende boeken, dus waren mentaal voorbereid: de tocht langs de Colombiaanse kust behoort tot de top vijf van de moeilijkste. Omwille van de grote diepteverschillen, de grillige kust en de Helena, s' lands grootste riviermonding, is het er steeds woelig. Vooral grote golven die van alle kanten komen en gelukkig maar 30 knopen wind, die hier blijkbaar altijd staan. Maar na twee nachten en drie dagen veilig aangekomen in de baai van Cartagena. Een prachtige historische stad met een rijk spaans verleden. De veiligheid was er op en top in tegenstelling tot "van horen zeggen". Zeer vriendelijke mensen in een prachtig decor.
Hier kwam ook Jean aan boord. We hebben het geweten, hij kan zo goed koken dat ons gewicht terug, vooral wat mij betreft, lelijk de hoogte ingaat. Cartagena, San Blas was een rustige tocht van twee dagen. Opnieuw een unieke ervaring. De Kuna indianen hebben besloten het "moderne" leven niet te volgen, en blijven dus op hun eilanden voor de Panamese kust, de tradities in ere houden: wonen in hutten, geen electriciteit, traditionele indianenklederdracht enz.... Doch open voor allen die , per boot, langskomen. Hun inkomsten halen ze uit de uitvoer van kokoksnoten, de vrouwen maken er mola's , typische genaaide kunstwerkjes, en verder leven ze van de rijke visvangst. Ze verkopen langoesten aan de passerende yachten en eten de rest zelf op. Een onvoorstelbaar mooie lokatie, vraag is of de Kuna's lang de druk van onze beschaving gaan kunnen weren. Materialisme is een kwade vijand! Na drie onvergetelijke dagen vaarden we naar Colon, de atlantische ingang van het Panamakanaal. Het eerste wat je ziet zijn de tienallen wachtende cargo's voor en in het havengebied: Zeebrugge X 20. Hier kwamen Jan en Joris onze doorvaartploeg vervolmaken. Je moet namelijk minimum met vijf zijn aan boord van één schip, om het kanaal te mogen doorvaren. Na een hele bureaukratische molen, wachten we nu op de toelating voor de doorvaart. We zien er naar uit en later veel meer hierover. De dagen die we moeten wachten kunnen we echter goed opvullen voor de noodzakelijke reparaties en inslaan van proviand voor zo'n zes weken. Na het kanaal varen we op een week naar de Galapagos, waar niets in te slaan valt, en daarna met zijn vieren nog een viertal weken op de stille oceaan, meteen het langste ononderbroken stuk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten